De voorgeschiedenis van de SIG Media and Education (2)

De voorgeschiedenis van de SIG Media and Education (2)

Na tien jaar streaming media kwam nagenoeg gelijktijdig de community weblectures tot stand en ging het project OASE van start, waarin 10 Nederlandse instellingen van hoger onderwijs en één Vlaamse deelnamen, evenals twee bedrijven die de software voor streaming media leverden. Streaming was hot geworden in Nederland.

Tien jaar geleden was streaming media niet meer iets voor de voorlopers alleen. Er waren twee volwaardige producten op de markt, P2G of P2Go zoals het in de volksmond genoemd werd en Mediasite. Tien instellingen van  hoger onderwijs kregen van SURF het groene licht voor het project OASE, waar tevens de KU Leuven aan deelnam zonder subsidie.

Daarnaast werd de community Weblectures opgericht. De Community Weblectures, kortweg Weblectures,was een van de deelcommunities van de Webstroom Community. Webstroom bestaat uit deskundigen uit het hoger onderwijs, de AV-wereld, ICT specialisten en content leveranciers, en ontplooit activiteiten die zijn gericht op het verbeteren van het hoger onderwijs door de toepassing van streaming media. Weblectures is in het leven geroepen vanwege de snel toenemende belangstelling voor en toepassing van Rich Media in een onderwijscontext: het opnemen en beschikbaar stellen van colleges en andere onderwijsgerelateerde gebeurtenissen, waarbij naast de presentator Powerpoint slides, animaties, digitale schoolborden en andere digitale bronnen gesynchroniseerd worden weergegeven.De bijeenkomsten werden meestal op dezelfde dag gehouden als die van Webstroom, meestal 's ochtends en Webstroom 's middags. In 2013 werd besloten  Webstroom en Weblectures te laten opgaan in de SIG Media and education. Er was teveel overlap en het werd steeds moeilijker twee volledige dagdelen te vullen. Ook was de doelgroep grotendeels identiek. Daar werd toen tevens de webblog weblectures.nl aan toegevoegd, die in 2018 ook van naam veranderde en media-and-education.nl werd.

Vragen die in OASE naar voren kwamen waren:

1. Waarom weblectures?

•Ter ondersteuning van de studenten
•Ter ondersteuning van het leerproces
•Om promotie voor de instelling te maken
•Voor afstandsonderwijs
 
2. Ter ondersteuning van de studenten
•Een handig tooltje, waarmee studenten naast de eigen aantekeningen het college terug kunnen horen. Dus:
–Snel beschikbaar stellen
–Daarom niet editen
–Daardoor lage kosten
–Hoge productie (liefst alle colleges opnemen)
•Dus: zo weinig mogelijk menskracht, zoveel mogelijk automatiseren.
 
3. Ter ondersteuning van het leerproces
•Investeren in verschillende soorten weblectures, al naargelang het vak
•Weblecture zelf hoeft niet erg geëdit te worden
•Het blijft interne opname
•Leren staat voorop, leerstijl wordt belangrijk
•Hier is ondersteuning bij nodig,maar zekere automatisering is mogelijk. Vergt investering van docent.
 
4. Promotie voor de instelling
•Investeren in verschillende soorten weblectures, al naargelang het vak
•Weblecture zelf hoeft niet erg geëdit te worden
•Het blijft interne opname
•Leren staat voorop, leerstijl wordt belangrijk
•Hier is ondersteuning bij nodig,maar zekere automatisering is mogelijk. Vergt investering van docent
 
2009 was ook het jaar dat de MOOCS in de aandacht kwamen te staan. De mogelijkheden voor afstandsonderwijs waren plotseling zichtbaar verbreed. En minder opvallend werden er ook podcasts gehouden.
 
In de afgelopen tien jaar is de didactische setting van streaming media verrijkt en werd de technologie steeds gemakkelijker om mee te werken waardoor kennisclips in plaats van weblectures centraal leken te kunnen staan. Maar dat bleek buiten de studenten gerekend, die in verscheidene steden de opnames van de colleges eisten, ongeacht al dan niet verdere benutting door de docenten. En dat is het opvallende, dat het benutten van volledige weblectures door docenten in hun onderwijssetting eigenlijk slechts beperkt van de grond is gekomen.
Na 20 jaar streaming media is het duidelijk dat deze middelen volop beschikbaar zijn en dat vrijwel alle instellingen van hoger onderwijs deze toepassen. Wel ieder op de eigen wijze. De didactische setting kan nog verder uitgewerkt worden, bv naar feedbackmechanismen. Verder heeft niet iedere instelling streaming media al duidelijk tot onderdeel van het beleid en de daarbijbehorende financiën gemaakt. En wordt er nog steeds weinig gedeeld van weblectures en kennisclips. Hier ligt nog een duidelijke kans, zeker in het verlengde van het beleid van het ministerie van OCW.