Verslag: Seminar Studenten maken video’s als onderdeel van het onderwijs

Verslag: Seminar Studenten maken video’s als onderdeel van het onderwijs

Bij een aantal instellingen maken studenten video’s binnen het curriculum, bijvoorbeeld als (eind)opdracht. In dit seminar van de SIG Media & Education dat op 13 maart plaatsvond, deelde een aantal instellingen hun ervaringen waarin de techniek, de organisatie en de didactiek aan bod zijn gekomen.Dit artikel doet uitvoerig verslag hiervan..

Seminar Studenten maken video’s als onderdeel van het onderwijs - deel 1

Ilse Sisterman vertelde  hoe bij Universiteit Maastricht studenten video's  maken als onderdeel van het onderwijs. Het maken van een video past goed binnen het probleemgestuurd onderwijs dat de Universiteit Maastricht hanteert. In het proces van het maken van een video worden de hogere niveaus van leren in de taxonomie van Bloom aangesproken: toepassen, analyseren, evalueren en creëren.

Ilse besprak drie voorbeelden  van de inzet van video (gemaakt door studenten) in het onderwijs:

  1. Bij de Faculty of Humanities and Sciences maken studenten in een bachelor cursus "Project Documentary" van Dr. Kai A. Heidemann een video documentaire. Het gehele proces van het maken van zo een video(documentaire) was in deze cursus ook duidelijk het leerdoel. Studenten krijgen in de context van deze opdracht dan ook onderwijs in technische, vorm en presentatie aspecten van het maken van video.
  1. In de cursus Entrepreneurship and Small Business Management van docent Nardo de Vries maken de studenten een video pitch over hun startup idee. In een fictief crowdfunding platform krijgen de studenten  een bepaalde hoeveelheid geld dat op de gepitchte ideeën van andere groepen kan worden ingezet. Op deze manier vindt op een speelse manier peer assessment plaats. De favoriete video's/ideeën die op die manier geselecteerd zijn, worden beloond met 0,25 bonus op het eindcijfer. Hoewel dit niet  een heel grote beloning is, speelt dit wel in op het competitieve aspect van werken met startups, iets wat goed landt bij de studenten die deze cursus volgen.
  1. Tot slot was er nog het voorbeeld van Dr. Gisèle Bosse. Gisele presenteerde haar good practice via Skype vanuit Brugge. Binnen de cursus "Civil Society and European Integration" maken studenten een video in de stijl van een BBC documentaire. Hierbij is het idee dat studenten in de huid van een BBC presentator kruipen, en  de toeschouwer meenemen in een onderwerp. Dit onderwerp wordt door de studenten aangedragen, verder krijgen ze heel veel vrijheid in hoe ze de opdracht verder invullen. De voorbeelden die werden getoond, van video's van studenten over het Europees burgerinitiatief, waren van zeer goed kwaliteit, zeker gezien de beperkte looptijd (4 weken) van deze cursus. Deze cursus vindt plaats tegen het einde van het studiejaar, naast het toepassen van kennis, analyseren en reflecteren, was het motiveren van studenten (in deze fase van het studiejaar) ook een belangrijke factor om te kiezen voor video.

Portaal
Universiteit Maastricht heeft een publiek toegankelijk portaal ingericht voor het gebruik van video in het onderwijs. Dit portaal is in eerste instantie gemaakt met als doelgroep de docent in het achterhoofd. In de praktijk blijkt nu dat het portaal ook wordt geraadpleegd door studenten die video's maken als onderdeel van het onderwijs. Uit de zaal kwam de vraag waarom we (nog) onderscheid maken in de ondersteuning die we docenten dan wel studenten bieden bij het werken met video (en digitale middelen in bredere zin). Maastricht gaat haar video portaal updaten zodat deze in de toekomst drie doelgroepen zal bedienen: docent, student en onderzoekers.

Zie videoopname

Seminar Studenten maken video’s als onderdeel van het onderwijs - Werkgroepen

In groepen werd gediscussieerd over de drie onderwerpen. Deze onderwerpen en de resultaten die de discussie opleverde zijn hieronder weergegeven.

  1. Als student mag je fouten maken. Als dit op beeld wordt opgenomen, hoe zorg je ervoor dat dit later niet tegen je gebruikt wordt?

Resultaten van uit de ronde tafel discussies:

  • Het is belangrijk om studenten een stukje Mediawijsheid bij te brengen en te laten beseffen wat de gevolgen kunnen zijn van publicatie platformen (YouTube ed.). Als studenten fouten maken, moet er voor gewaakt worden dat zij daar grote schade van ondervinden. Drie aspecten kwamen naar boven Mediawijsheid, onderwijs beleid en een aangereikte tool set om te voorkomen dat risicovolle tools worden gebruikt.
  • Het is belangrijk dat de studenten video’s eigendom van de student blijven en er is dus een noodzaak om goede regulering te maken binnen de instelling en rond het delen van materiaal.
  1. Als een student een video maken als beroepsproduct, tot welk niveau moet je studenten ondersteunen bij de Do-It-Yourself-video's?

Resultaten van uit de ronde tafel discussies:

  • Hoofdvraag blijft: Wat wil je bereiken, wat biedt je aan en hoe ga je dit beoordelen? Video is een nieuw medium en daar is geen standaard voor, beeldtaal principes worden op het moment nog niet grondig onderwezen, dus zowel docent als student hebben hier nog geen goede fundering in. Ter vergelijking: iedereen leert wel lezen en schrijven en wordt dus verondersteld en paper met juiste spelling te kunnen schrijven. Het is belangrijk hier bewust van te zijn en ook te beslissen of het juiste gebruik van beeldtaal/ vorm meegenomen wordt in de beoordeling. Visual literacy/ beeldgrammatica staat op dit moment nauwelijks op de kaart, er is een urgentie om “ lezen en schrijven met beeld” aan studenten te gaan onderwijzen.
  1. Video maken kost veel tijd. Hoe zorgt je ervoor dat de hoeveelheid werk in verhouding staat tot het aantal ECs?

Resultaten van uit de ronde tafel discussies:

  • Begin met de opzet van je video opdracht. Begin bij je leerdoel, en bekijk vervolgens wat het juiste format daarbij is (een BBC docu, observatie video, een webcam video pitch) Zodra je het juiste format hebt bepaald kan je daar ook beter je beoordelingscriteria op afstemmen. Aangezien je niet te maken hebt met filmstudenten, moet je goed overwegen in hoeverre je de vorm mede bepalend wil laten zijn in de beoordeling, en moet je misschien meer vanuit de inhoud kijken.
  •  Het is belangrijk om studenten van te voren aan te geven wat zij kunnen verwachten, het is hierbij goed om voorbeelden te laten zien van een eerder jaar. Hierbij is het goed om tegengestelde voorbeelden te laten zien: een video met goede inhoud maar qua vorm niet optimaal en een voorbeeld waar de inhoud ook goed is maar de beeldtaal minder - met de opmerking dat beide resultaten een gelijkaardig cijfer kunnen behalen, waarbij de docent dus kenbaar maakt aan de studenten wat de criteria zijn bij de beoordeling.
  • Vraagstuk: Studenten geven vaak terug dat een video maken veel tijd kost, en leveren daarom liever een geschreven opdracht in. Misschien komt dit doordat studenten niet vanaf de basisschool dit medium als standaard mee krijgen. Opmerking: video is een mooi middel voor een opdracht omdat het tegemoet kan komen aan studenten die schrijftechnisch niet heel krachtig zijn en juist met video beter uit de verf komen. Misschien is het dus uiteindelijk belangrijk het format niet op te leggen maar het medium (tekst/video/andere) als keuze aan de student te laten.

Zie video opname:

Wat is de toegevoegde waarde van video door studenten

Door studenten gemaakt videomateriaal: een theoretisch kader op basis van de literatuur - Mariet Vriens (KU Leuven)

Mariet gaf een overzicht van inzichten vanuit de literatuur over student-generated video. Zij gaf aan dat er op dit moment geen grootschalige onderzoeken te vinden zijn, maar voornamelijk case beschrijvingen waarbinnen studenten en docenten over hun ervaringen zijn geïnterviewd. De beschreven cases worden meestal gekoppeld aan een didactisch concept zoals studentgecentreerd, ervaringsgericht onderwijs of actief leren, de reden hiervoor is dat dit binnen dit soort didactische concepten het goed past om studenten zelf video te laten maken.

LIMEL (Leuvens Instituut voor Media en Leren, KU Leuven) is momenteel bezig met een proefproject rond student-generated video voor eerstejaars bachelorstudenten in de japanologie. De studenten werd gevraagd om een kennisclip over een fenomeen in de Japanse cultuur te maken onder begeleiding van docenten. Bij de evaluatie van de pilot gaven de studenten terug, bij de vraag wat zij geleerd hadden, dat zij tot het inzicht gekomen waren dat video maken een proces is en dat zij dit van te voren niet goed hadden beseft.

Bij het bekijken van de literatuur heeft Mariet een kader geschetst waarin de cases onder te verdelen zijn in twee typen: video als doel en video als middel, vervolgens zijn deze weer op te splitsen in verschillende formats:

  1. Video als doel: zelf een video maken, op te splitsen in:
  1. Studenten zelf leermateriaal laten maken (kennisclips waar een begrip waar een  begrip of definitie wordt uitgelegd)
  2. Opdrachten met het gebruik van Digital Storytelling
  1. Video als middel: iets registreren
    a.            Video’s die aantonen dat de student over bepaalde vaardigheden beschikt
    b.            Videodagboeken als reflectietool

Mariet verdiepte beide typen en formats verder tijdens haar presentatie.

Video als doel
Als we student video’s inzetten als doel kunnen we allereerst kijken naar het Wat, waarbij we een onderverdeling kunnen maken in drie belangrijke kenmerken:

  • Interdisciplinariteit: Er is altijd een mengeling nodig tussen de wetenschappelijke kennis (content) en de vaardigheden van het video maken zelf.
  • Product & Proces: Niet alleen het product, maar ook het hele proces is belangrijk. Dat wil zeggen: het voorbereiden, script schrijven, opnemen, montage, het groepsproces, vooral dit laatste is niet te onderschatten.
  • Waaier aan vaardigheden: Studenten hebben verschillende vaardigheden nodig om een video te kunnen maken, zoals planningsvaardigheden, in groep kunnen werken, technische vaardigheden, domein specifieke kennis, presentatie en communicatie vaardigheden. Bij het opstellen van een video opdracht voor studenten is het dus altijd belangrijk om te inventariseren welke vaardigheden de studenten al hebben en of ze al eerdere ervaring hebben met het maken van video. Vervolgens is het belangrijk vooraf te bedenken wat je wil dat de studenten met de video opdracht gaan leren, en wat je wilt evalueren.

    De volgende vraag bij student-generated video opdrachten is: Hoe pak je het aan? Opnieuw komen hier verschillende aspecten bij kijken:
  • Begeleiding: dit staat in functie van gekende en te verwerven vaardigheden. Het kan bijvoorbeeld belangrijk zijn om het groepsproces in de gaten te houden en in te grijpen indien nodig. In veel literatuur komt terug dat de docenten de vaardigheden van de studenten hebben overschat. Het helpt in de begeleiding ook om studenten een video te laten zien als voorbeeld, zodat zij inzicht krijgen waar naartoe gewerkt wordt en wat je goed vindt.
  • Assessment: dit is een complex gegeven, het is allereerst belangrijk dat de student weet waar men op afgerekend wordt, het helpt om van te voren een rubric te delen met de studenten, waarin je een duidelijk overzicht van de evaluatie elementen geeft. Vaak wordt er bij de evaluatie van video opdrachten een combinatie gebruikt van teacher-, peer- en self-assessment. In veel cases in de literatuur, en ook in het eigen pilot project werd ook de pre-productie fase meegenomen als assessment onderdeel (bijv. het script). Het geeft de student de kans om te laten zien dat hij/ zij in staat is om een verhaal in video te vertalen zelfs al is de student minder goed in staat om de technische uitwerking goed te doen.
  • Motivatie stimuleren: Video opdrachten stimuleren autonomie en eigenaarschap. Als studenten leermateriaal maken in de vorm van video voelen zij een zekere erkenning, Studenten zijn gemotiveerder om een video te maken als zij weten dat het resultaat effectief gebruikt, gedeeld en besproken zal worden – en eventueel als leermateriaal voor andere studenten zal dienen.
     

Video als leermateriaal (kennisclips) voor andere studenten en kanttekeningen

Student generated video’s worden vaak gebruikt voor peer learning, bijvoorbeeld kennisclips maken voor lagere jaars studenten of het uitleggen van procedures in een laboratorium aan jaargenoten. De filosofie hierachter is dat het andere studenten helpt om een uitleg te horen vanuit het perspectief van een andere student (een peer).

Hierbij wordt een kanttekening gemaakt in een Nederlandse studie, waarbij de MOS hypothese (hypothese dat je meer leert van een video met iemand waarmee je je kan identificeren) wordt weerlegd. In dit onderzoek komt naar boven kwam dat leerlingen (secundair onderwijs – fysica) toch beter leerden van de docent dan van leeftijdsgenoten. De reden gegeven in het artikel zelf was dat dit te maken had met de ‘leeftijd geschiktheid’, ofwel van een leeftijdsgenoot wordt minder snel iets aangenomen dan van een ouder iemand die eerder als expert wordt gezien. Het is niet onderzocht of dit ook geldt in het hoger onderwijs.

Daarnaast blijkt ook uit de literatuur dat docenten zelf ook vaak terughoudend zijn om studenten kennisclips te laten maken omdat zij er niet altijd op durven te vertrouwen dat de inhoud correct zal zijn. En eventuele oplossing hiervoor is de assessment van de scriptfase zodat men de content op juistheid kan checken, wel geeft dit meer werk voor de docent.

Learning by teaching = dieper leren
In veel literatuur komt het interessante principe: learning by teaching terug, waarbij studenten doordat zij zelf iets uit moeten leggen dieper leren, ook krijgt men een diepgaande verwerking van de stof doordat men bezig is de vertaling te maken van de inhoud naar video. Ook bij de pilot japanologie merkte het team dit fenomeen op.

Digital Storytelling
Bij deze vorm van video maken gaat het om het vertellen van een (kort) verhaal. Kenmerken van dit type video (opdracht) zijn:

  • het perspectief van een persoon wordt ingenomen (ik persoon of derde persoon)
  • verteld door een verteller
  • het gaat om het opwekken van emoties en betrokkenheid creëren, en niet direct om het cognitief iets leren van de video
  • juist gebruik van muziek + tempo + timing zijn hier belangrijk (visuele grammatica)

Waarom wordt dit type video (opdracht) ingezet?

  • Gebruik als reflectietool: bijv. leermoment tijdens een stage
  • Een verhaal maken om andere mensen te sensibiliseren
  • Complexe maatschappelijke problemen toelichten (een standpunt innemen)

Hoe worden deze video’s gemaakt door studenten?

  • Video wordt vaak individueel geproduceerd
  • Delen, bespreken & bediscussiëren van resultaat is een belangrijk element in proces. Door het bediscussiëren van alle verschillende verhalen ontstaat er weer een groter meta-verhaal.
  • Story circles: gedurende het schrijf- en maak-proces deel je je verhaal al met anderen om je eigen verhaal nog scherper te krijgen.  

Bij de KU Leuven worden volgend jaar waarschijnlijk enkele pilot project gedraaid waarbij digital storytelling ingezet zal worden: bij de studie European Studies als wel binnen de context van een service learning project met studenten die stages gaan doen waarbij zij maatschappelijke dienstverlening doen (bijv. kansarme groepen of vluchtelingen).

Video als middel
Als men video inzet als middel voor studenten om te leren dan heeft men het over het gebruik van video om zaken te registreren, om bijvoorbeeld aan te tonen dat je over bepaalde vaardigheden beschikt. Dit kan bijvoorbeeld ingezet worden bij de ontwikkeling van klinische en consult vaardigheden voor dokters en verpleegsters in opleiding of presentatie vaardigheden in de context van een lerarenopleiding.

  • Assessment: De video wordt gebruikt als evaluatie materiaal:
    -              Teacher assessment
    -              Peer assessment
    -              SELF assessment: dit kan een krachtig leermiddel zijn omdat bij het terugkijken van je eigen video, het zelfregulerend leren gestimuleerd wordt.
  • Video dagboeken: als reflectie tool
    Tegenwoordig is dit format heel populair in reality shows op TV. In het onderwijs wordt het soms gebruikt om te reflecteren op wat men heeft geleerd, een toepassing is bijvoorbeeld het gebruik tijdens stages. De kracht van dit format is de non-verbale communicatie, die niet mogelijk is bij het geschreven woord – de student ontwikkelt een intieme relatie met de camera. De camera is een spiegel voor jezelf maar ook venster op de wereld. Het resultaat van een videodagboek kan bijvoorbeeld gebruikt worden om een compilatie te maken, of als een reflectie werkje. Daarnaast kan het dienen als onderzoeksmateriaal voor docenten (voor de docent geeft dit inzicht: hebben de studenten eruit gehaald wat ik wilde dat zij eruit haalden?)

Tot slot deelde Mariet een interessant citaat dat iedereen tot nadenken kan zetten: D Laurrillard (2002): “but what are we actually using as the key to student expression? Microsoft Word. Given what is possible in the electronic world, it might as well be a quill pen…”
Zie video opname

Technische mogelijkheden en wrap-up

Erik Boon vertelde over over quick wins in de opnametechniek. Hierbij richtte hij zich vooral op video opnames is de stijl van een vlog/rapportage/interview. Iedereen loopt met een videocamera op zag. We gaan er dan ook van uit dat studenten een video opname maken met hun telefoon.

  1. Oriëntatie van de camera. Veel mensen zijn geneigd te filmen zoals ze ook hun telefoon vasthouden als ze Whatsappen etc. Dit heeft een video die hoger is dan dat deze breed is tot gevolg. Zogenaamde vertical video, waarbij bij het afspelen op een breedbeeldscherm een groot gedeelte van het scherm onbenut blijft. Quickwin 1: draai je telefoon een kwartslag bij het maken van video's (en ook foto's), zodat de opname ook prima te bekijken is op een beeldscherm
  2. Hoewel veel telefoons over beeldstabilisatie beschikken en in de nabewerking ook nog wel wat is te doen, is voorkomen beter dan genezen. Quickwin 2: gebruik een stafief. Voor een paar euro heb je al een statief en low budget maakt je er eentje van een wegwerp koffiebekertje (met twee inkepingen in de boven) dat je wat verzwaard met wat zand.
  3. Goede belichting is belangrijk bij video Hoewel tegenlicht ook heel artistiek kan zijn in een video is het meestal storend. Quickwin 3: Voorkom tegenlicht, kies een andere positie of gebruik "invullicht".
  4. Goed geluid is belangrijk. Grote afstand tussen spreker en microfoon zorgt voor hol en/of omgevingsgeluid. Quickwin 4: gebruik een extra microfoon. Dichtbij: een dasspeld microfoon aangesloten op de telefoon waarmee opgenomen wordt. Ver weg: gebruik een tweede telefoon dicht bij de spreker op het geluid op te nemen. Breng geluid en beeld achteraf in montage samen.

Met dank aan Martijn Hoeke en Joasia van Kooten