Waarom video?

Waarom video?

Op 9 oktober 2014 vond de SIG Media en Eduaction bijeenkomst plaats met als onderwerp: Waarom video?. Het werd een geslaagde en activerende middag onder leiding van Wouter van Gootheest ( Christelijke Hogeschool Ede)

Op 9 oktober 2014 vond de SIG Media en Eduaction bijeenkomst plaats met als onderwerp: Waarom video?. Het werd een geslaagde en activerende middag onder leiding van Wouter van Gootheest ( Christelijke Hogeschool Ede)

Frank Benneker ( UvA) trapte af met  video en MOOC's, Inholland docent Richard Kragten diepte zijn herontwerp ter bevordering van betekenisvol leren nader uit met inzet  van weblectures en concept maps.  De middag besloot met drie cases waar de (on)mogelijkheden en oplossingen voor flipping the classroom vraagstukken in groepjes nader zijn uitgediept.

Eerste presentatie: Frank Benneker (UvA) over 'Video in MOOC’s'

MOOC is nieuw hoofdstuk in oude traditie waar nieuwe doelgroepen worden aangeboord.

Reden voor MOOC?

  1. Promotie en branding
  2. Missie “educate the world”
  3. Nieuwe bussiness modellen. Extension schools
  4. Experiment en innovate dat heeft Leiden gekozen
  5. Spinoff, UvA premaster casus, voor HBO instroom. Hoorcolleges zo en meer werkcolleges en zo betaalbaar houden.
  6. Nieuwe doelgroepen, bv juridisch en advocatuur bijscholen, tandartsen, etc

De volgende video ‘soorten’ onderscheiden zich in een MOOC:

  1. Teaser als start, promotioneel
  2. Introductievideo docent en team, achtergronden, context.
  3. College en kennisvideo’s inhoudelijke kern, maar ook quiz interacties erbij, vragen stellen.
  4. Demonstratie en laboratoriumvideo
  5. Het interview, werkt heel goed in MOOC. Expert, docent, studenten.
  6. De Q&A video.
  7. Live hangouts, spreekuur op deze manier. Let op tijdzone. Docent staat klaar en max tien studenten mogen in gesprek gaan, anderen kunnen dit streaming meekrijgen
  8. Feedback en thank you video. Team en studenten hier bedanken.

Suggesties en  leerpunten

  1. Goede voorbereiding is voorbereiding .
  2. Consistentie bv. m.b.t. kleding maar ook haardracht, te veel afwisseling gaat opvallen. Of je hebt juist een running gag bv. iedere opname andere stropdas
  3. Plannen - ontwerpen-scripten en feedback zijn belangrijk in het ontwikkelproces.
  4. Korte clips van vijf tot acht min spreken het meeste aan. Eigenlijk de standaard lengte voor kennisclips. Andere persoon zegt dat studenten maar drie tot vier minuten willen. Een MOOC is een andere setting, de video is hier corebusiness.
  5. Weblecturestijl producten werken niet, afwisselen in gebruik beeldelementen. Maar is ook economisch verhaal, platte weblectures zijn goedkoop te maken.
  6. Pencasting ipv klassieke slides. Meeschrijven in scherm werkt beter, hogere retentie.
  7. Eigen script voor elk filmpje, niet een weblecture gaan opknippen. Geldt zeker voor MOOC.
  8. Authentiek en persoonlijk i.t.t. een over-professionele aanpak.
  9. Korte intro en outro bij elke video
  10. Audiokwaliteit!!! Wordt vaak onderschat en moet consistent zijn over alle video’s heen!!
  11. Coherent en relevant in beeld en context
  12. Less is more, to the point blijven
  13. Vijftigduizend mensen met verschillende achtergronden kunnen vallen over kledinggebruik of alleen West-Europese voorbeelden. Heterogeen en multicultureel (massaal) publiek. Ook leeftijden liggen vaak heel ver uit elkaar.
  14. Sta open voor kritiek. Community helpt zichzelf, er is altijd hulp bij wanneer je vraagt.

Voorwaarden voor succes

  • Ontwerp script met hergebruik als uitgangspositie. Dat is essentieel.
  • Modulair en op zichzelf staand
  • Bij voorkeur interdisciplinair en organisatie agnostisch
  • Max vier jaar gebruiken. Dan is het rendabel qua geïnvesteerde tijd en geld

Wat maakt MOOC’s anders

  • Massaal
  • Heterogeen, cultureel, leeftijd, opleiding, achtergrond
  • Scope en doelgroep
  • Integratie mediavormen
  • Volledig online ook werkvorm en beoordeling
  • Rol en perspectief van de student is de basis

Voordeel van video ipv colleges

  • Differentiatie: je wilt onderwerpen differentiëren, vergelijken
  • Personalisatie: verschillende video’s bij verschillende onderwerpen, leerstijl, voorkennis, etc
  • Mastery learning

Tot slot:

  • Cliffhanger strategie, net als tv serie, werkt ook om betrokkenheid te vergroten en de deelnemer de week erop terug te laten keren. Deze wil immers weten ‘hoe het afloopt’.
  • Belangrijk dat studenten meedraaien in het ontwikkel team! Zij zijn de beste criticasters.

Er is een initiatiefgroep Community of Practice opgestart  Dat is een groep geïnteresseerden die kennis deelt, ervaringen met weblectures inzet voor studenten maar ook bekijkt wat er van docenten, MT en techniek wordt verwacht. Idee is intern begonnen maar kan ook extern in samenwerlking met collega instellingen.

2de presentatie: Richard Kragten (Inholland): Bevorderen van betekenisvol leren door de inzet van weblectures en concept mapping

Richard Kragten  is als docent verbonden aan Inholland en hield een presentatie over het bevorderen van betekenisvol actief, samenwerkend leren met weblectures en concept mapping. Wat hebben studenten er nu aan vroeg hij zich af?

Aanleiding

Studenten waren passief, beschikten niet over de juiste voorkennis en in werkcolleges moest er nog te veel worden uitgelegd en daar liepen de studenten vast. Richard wilde dit doorbreken en betere leerresultaten behalen. Betekenisvol leren door actief leren. Hoe doe je dat met video, vroeg hij zich af? Hij vond antwoorden bij Karppinen (2005), : Meaningful Learning with Digital and Online Videos: Theoretical Perspectives 

 

Uitvoering

Richard heeft vier weblectures opgenomen waarin hij abstracte theorie uitlegt over hoe van DNA naar eiwit te komen. Daarnaast maakte hij gebruik van Youtube filmpjes. Om betekenisvol leren te bevorderen zijn opdrachten gekoppeld aan de filmpjes. Dat spoort studenten aan om de lecture ook daadwerkelijk te  bekijken.  Zijn 132 studenten kregen de opdracht een samenvatting te maken in combinatie met aangeleverde concepten. De samenvattingen moesten naar het werkcollege worden meegenomen en de studenten moesten ze uploaden in Blackboard. Door het samenvatten werd actief kennis opgebouwd die ze nodig hadden voor het maken van een conceptmap. Binnen de conceptmap konden studenten m.b.v. pijlen relaties aangeven en daarmee werd inzichtelijk hoe processen werken. De samenvattingen zijn vooral als voorbereiding op het tentamen gebruikt.

Weblectures en video’s

  • De studenten hebben de weblecture vooral thuis bekeken, meestal op gewone snelheid, stukje voor stukje met pauzes ertussen zodat ze goed konden samenvatten.
  • De studenten zaten achter de pc en indien ze iets niet begrepen, konden ze snel andere bronnen raadplegen zoals bv. Wikipedia.
  • In de lectures zijn ook vragen opgenomen. Mediasite 6.1 is daarbij door de docent ingezet. 
  • De docent vroeg dan om de weblecture op pauze te zetten nadat ze de vraag hadden gelezen. De lecture ging op zwart en studenten konden aan de slag om het antwoord te formuleren. Het goede antwoord werd even later in het filmpje getoond. Ook Youtube heeft een dergelijk optie om vragen in een filmpje op te nemen.
  • De gebruikmaking van deze vraagopties binnen weblectures werd erg gewaardeerd door zijn studenten.

Draagt dit bij tot leren?

  • Volgens de studenten wel.  Hoewel het in de resultaten niet significant terug is te zien ervaart 80% een meerwaarde voor het onderwijs: goede voorbereiding voor tentamen: 72%, en het maken van samenvattingen: 60%. Door deze opzet zijn deze studenten eerder begonnen met leren.
  • Vanuit zichzelf zijn weblectures niet activerend. Wel door samenvattingen te verwerken. Dat bleek ook uit de groepsevaluatie.
  • Conceptmapping droeg minder bij aan het leren maar het aan elkaar uitleggen weer meer. De conceptmaps zijn niet gebruikt voor tentamenvoorbereiding. Meeste kritiek was er op feit dat ze geen feedback hebben gekregen op de conceptmaps, dat kwam door tijdgebrek bij de docent.

Conclusie

Weblectures hebben zeker meerwaarde en dragen bij tot betekenisvol leren. Leerpunt is wel dat je echt studenten moet activeren. Maar ook dat je variatie aanbrengt in de wijze waarop je de student activeert.

3de onderdeel: Flipping the classroom, 3 casussen.

In 3 groepen werd over dit onderwerp nader gediscussieerd.

Terugkoppeling groep 1: Gert-Jan Verheij (RUG)

Flipping, en blijkt dat goede studenten beter geworden zijn en slechte niet.

  • Idee meer groepen in niveaus met doel om omhoog te gaan. Met studiegenoten van hetzelfde niveau. Niet meeliften op goede. Extra begeleiding voor laagste niveau.
  • Doel zoveel mogelijk oefenen. Misschien met meer werkvormen ipv alleen flippen.
  • Learning communities.
  • Voorkennis activeren en opfrissen met instaptoets en feedback.
  • Meer evalueren.
  • Ouderejaars inschakelen.
  • Kleine groepen, onderwijsstijlen, motivatie onderzoeken.
  • Leerdoelen helder en deze communiceren met studenten.

Terugkoppeling groep 2: Sylvia Moes (VU)

Kennisclips en conceptmaps voor 85 studenten. In groepen van drie, feedback geven op conceptmaps 

Uitkomsten komen op website weblectures.nl

  • Conceptmaps presenteren aan start college, elke keer anderen en aan het einde allen geweest
  • Random beoordelen door docent, allen dan beoordeeld aan het einde van de periode
  • Docenten geven een voorbeeld conceptmap
  • Inrichten forumdiscussie in leeromgeving met verplicht reageren op elkaar.
  • Werkstudent inzetten tijdens wc
  • Video van twee min maken door studenten over de conceptmap.

Terugkoppeling groep 3 door Natasa

Groei studenten nu 200. Moeilijk in groepen werken tbv wc.

  • Niet stoppen met flippen. Meer studenten betrekken, mogelijkheden geven in inzicht in eigen studie en leerproces. Commitment tekenen zodat leerdoelen docent helder zijn voor studenten. Vergelijkbaar met in MOOC’s.
  • Docenten helpen met mediatraining en kennisclip maken en het gieten in actieve werkvormen. Docentprofessionalisering.
  • Studenten steeds heterogener en daarom zorgen voor flexibel onderwijs en gevarieerd voor verschillende groepen, handig met flippen. Wil je aanwezigheid bij werkveld dan zoeken naar online mogelijkheid.
  • Meebouwen aan onderwijsinhoud door studenten waarmee flexibiliteit verdiend kan worden.
  • Werken aan academische houding van studenten.

Door hoofdredacteur Esther Breuker. Met dank aan Sylvia Moes ( VU) en Debbie Braakman ( Saxion)