Look at me and pay attention!
Samenvatting
In dit onderzoek vroegen de onderzoekers zich af of het uit zou maken als het beeld van de docent groter wordt weergegeven en of dat effect heeft op de aandacht van de kijker voor de weblecture.
Aan het onderzoek hebben 88 studenten meegedaan. Zij keken steeds twee verschillende video’s in 3 verschillende weergaven van het beeld:
- Het beeld van de spreker is groot, de powerpoint dia’s zijn klein.
- Het beeld van de spreker is klein, de powerpoint dia’s zijn groot.
- Geen beeld van de spreker, de powerpoint dia’s zijn groot
Na het kijken van de 1e video werd gevraagd hoe aandachtig de deelnemer had gekeken. Na het kijken van de 2e video werd gevraagd om de mate van aandacht voor de 2e video te vergelijken met de mate van aandacht voor de 1e video. De video’s werden apart geanalyseerd. Er werden video’s van 6 verschillende sprekers gebruikt in een webapplicatie, dus deelnemers konden vanuit huis kijken. Negen andere variabelen die de mate van aandacht zouden kunnen beïnvloeden werden gebruikt als controlerende variabelen in de analyse.
Voor de eerste weblecture werd geen verschil gevonden in de mate van aandacht van de kijker bij verschillende weergaven van het beeld. Voor de tweede weblecture werd wel een verschil gevonden in de mate van aandacht en de verschillende weergaven van het beeld. De aantrekkelijkheid van de spreker had geen invloed op de mate van aandacht.
Relatie tussen weergave spreker en de mate van aandacht van de kijker
Uit eerdere onderzoeken blijkt dat kijkers een voorkeur hebben voor weblectures met beeld van de spreker boven een weblecture zonder beeld van de spreker. Een mogelijke verklaring daarvoor zou kunnen zijn dat het zien van de spreker de mate van aandacht positief beïnvloedt.
De onderzoekers uit Utrecht hadden voorafgaand aan het onderzoek de verwachting dat er een positieve relatie zou zijn tussen de verschillende weergaven van de spreker en de mate van aandacht. Ze noemen daar drie redenen voor. De eerste reden is dat de gezichtsuitdrukking en lichaamstaal van een spreker het verhaal ondersteunen en bij kunnen dragen aan begrip.
Als tweede reden noemen zij het feit dat het menselijke gezicht de aandacht trekt op foto’s en tijdens een gesprek. Mensen die worden aangesproken kijken naar elkaars gezicht en hebben oogcontact.
De derde reden is de theorie van cross modalities: de mens lijkt twee verschillende kanalen te hebben om informatie te verwerken: auditief/verbaal en visueel/beeld. Wanneer de informatie wordt verdeeld over deze kanalen dan kan de student de informatie makkelijker verwerken en beklijft het beter. Daarnaast is het beeld van de spreker constant in beweging en houdt daardoor de aandacht van de kijker langer vast dan bijvoorbeeld powerpoint dia’s. Ook is aangetoond dat studenten die met video leren beter hun aandacht bij het materiaal kunnen houden dan studenten die alleen met een geluidsopname leren.
Factoren die effect hebben op de relatie tussen beeldweergave en aandacht
De onderzoekers wilden in tegenstelling tot eerder uitgevoerde onderzoeken een aantal factoren die invloed hebben op de aandacht van de kijker meenemen in het onderzoek. Omdat de kijker zich meer aangetrokken kan voelen tot de ene spreker dan tot de andere, hebben zij gebruik gemaakt van verschillende sprekers. Deze verschillen in leeftijd, geslacht, afdeling, spreekstijl en lichaamstaal. Daarbij kunnen sprekers verschillen in hun manier van vertellen en hun non verbale communicatie. Sommige sprekers kunnen heel boeiend vertellen en hebben een houding of gezichtsuitdrukking die prettig is om naar te kijken. Om deze reden wilden de onderzoekers de aantrekkelijkheid van de spreker ook meten om te onderzoeken of dit meespeelt in de mate van aandacht van de kijker voor een weblecture.
Onderzoeksmethode
De deelnemers (n=88) aan het onderzoek zijn studenten van sociale wetenschappen van universiteit Utrecht (68%) en studenten computer wetenschappen van universiteit Leiden (18%).
Vooraf beantwoorden alle deelnemers vragen over hoe vaak ze e-lectures bekijken, hoeveel televisie ze kijken, hoeveel radio ze luisteren en overig kijk- en luistergedrag. Iedere deelnemer keek twee verschillende video’s in twee verschillende beeldweergaven. Alle video’s duurden ongeveer 7.30 minuten, waardoor het hele onderzoek ongeveer 30 minuten in beslag nam. Na de eerste video beantwoorden ze vragen over hun mate van aandacht, plezier bij het kijken, aantrekkelijkheid van de spreker, inhoud, interesse in het onderwerp en relevantie voor hun studie. Na de tweede video kregen de deelnemers dezelfde vragen, maar werd hen gevraagd de tweede video te vergelijken met de eerste.
Verschillende sprekers en verschillende onderwerpen
Voor de video’s is een keuze gemaakt uit de reeds opgenomen weblectures in het bestand van Mediasite van universiteit Utrecht. Er is gekozen voor 6 verschillende sprekers van diverse faculteiten van de UU en 6 verschillende onderwerpen. Allen hebben een high frame rate, zijn opgenomen in een collegezaal met aanwezigheid van studenten. Van de weblecture is een clip tussen de 7 en 8 minuten gemaakt. Alle bedieningsknoppen voor tijdens het kijken werden verwijderd behalve de pauze-knop. Deelnemers konden dus niet voor- of achteruit spoelen en ook niet versneld kijken.
Groot beeld docent heeft alleen bij 2e video invloed op de mate van aandacht
De eerste hypothese bestond uit de verwachting dat er een positieve relatie zou zijn tussen de weergave van het beeld van de spreker en de mate van aandacht van de kijker.
Voor de 1e video werd geen significant effect gevonden. Voor de 2e video wel. Deelnemers kijken significant meer aandachtig als het beeld van de spreker groot is en het beeld van de dia’s klein, dan wanneer het beeld van de dia’s groot is en het beeld van de spreker klein.
Aantrekkelijkheid van spreker speelt geen rol
Ook bleek er een significant verschil bij twee van de sprekers. Voor een van sprekers bleek de aandacht hoger te zijn, dan voor de andere sprekers en voor de andere was de aandacht juist lager dan voor de andere sprekers. Na deze bevindingen zijn er twee nieuwe subsets gemaakt: een zonder de spreker die juist meer aandacht kreeg en de tweede zonder de spreker die juist minder aandacht kreeg. Bij de subset met de spreker die minder aandacht kreeg werd geen significant verschil gevonden bij de 2e video. Bij de subset met de spreker die meer aandacht kreeg werd wel een significant verschil gevonden bij de 2e video.
De tweede hypothese bestond uit de verwachting dat de aantrekkelijkheid van de spreker een rol speelt bij de mate van aandacht van de kijker voor de weblecture. Zoals net beschreven werd er wel een verschil gevonden bij twee sprekers. Na een moderator analyse kon niet worden aangetoond dat de spreker invloed heeft op de relatie tussen de beeldweergave en de mate van aandacht van de kijker.
Tegenstrijdig?
De resultaten lijken een beetje tegenstrijdig. De relatie tussen een groot beeld van de docent en de mate van aandacht van de kijker voor de video wordt alleen aangetoond bij de resultaten van de 2e video en niet bij de resultaten van de 1e video. Sterker nog, bij de 1e video geven de deelnemers aan minder aandachtig te kijken bij de video met een groot beeld van de spreker. Een verklaring voor dit verschil zou kunnen zijn dat de deelnemers bij de 1e video nog niet weten waar ze op moeten letten en na het beantwoorden van de vragen bij de 2e video letten ze specifiek op hoeveel aandacht ze hebben voor de video.
Het zou ook kunnen dat de deelnemers als leerstrategie zoveel mogelijk informatie willen halen uit het kijken naar een weblecture en dat ze daardoor de powerpoint dia’s interessanter vinden dan het beeld van de spreker. Dia’s kunnenaanvullende informatie geven bij het verhaal, en is in groot beeld beter leesbaar. Van het zien van een groot beeld van de spreker leer je niet per definitie meer.
Beeld voorkeur lijkt anders bij korte video’s dan bij video’s langer dan 15 minuten
Een andere verklaring kan zijn dat deelnemers bij de 2e video al 15 minuten bezig zijn en dat de concentratie dan verminderd is. Dan helpt een groter beeld van de docent om je aandacht bij de video te houden. Dit pleit ervoor om bij video’s die langer dan 15 minuten duren een groter beeld van de spreker te gebruiken en bij kortere video’s juist een groter beeld van dia.
In dit onderzoek kon niet worden aangetoond dat een verschil in aantrekkelijkheid van de spreker invloed heeft op de relatie tussen de beeldweergave van de spreker en de mate van aandacht van de kijker. Het zou kunnen dat ondanks alle verschillen tussen deze 6 sprekers de verschillen toch te klein waren. Een grootschaliger onderzoek zou nodig zijn om hier meer over te kunnen zeggen.
In ieder geval lijkt het goed om studenten de keuze te geven, zodat ze zelf kunnen bepalen of ze het beeld van de docent of de dia’s groot willen zien.
Sanne Gratama van Andel, Onderwijskundige Universiteit van Utrecht