Verslag Seminar Strategische Keuzes rondom Video in het Onderwijs

Verslag Seminar Strategische Keuzes rondom Video in het Onderwijs

Het Seminar Strategische keuzes rondom video in het onderwijs vond op 2 oktober plaats bij Surfnet in Utrecht. Vertegenwoordigers van vier instellingen gaven een beeld van welke keuzes op welk moment van belang zijn geweest en hoe dit heeft uitgepakt voor de inzet van video op deze instellingen.

Ulrike Wild, programmadirecteur Online en Open onderwijs bij de WUR (Wageningen), begon met: “Strategie? Wij hebben nooit een strategie gehad en zijn gewoon begonnen”. Dit bleek verderop in de presentatie nog wel mee te vallen. Zij schetste de ontwikkelingen rondom video op de WUR en gaf tussendoor vier prikkelende stellingen:

  • Videoregistratie van college heeft niets te maken met onderwijsvernieuwing;
  • Formats hinderen creativiteit;
  • De focus op video als innovatief element hindert implementatie van onderwijsvernieuwing zoals Blended learning of Flipped Classroom;
  • Uitstekende faciliteiten en bemensing zijn een noodzakelijke voorwaarde (voor inzet van video in het onderwijs (red.).

Samenvattend blijkt uit deze presentatie dat vooral het herontwerpen van het onderwijs en nadenken over wanneer zet ik welk middel in, heel belangrijk is. Bijvoorbeeld het opknippen van een hoorcollege en dat als drie webcolleges presenteren is niet direct effectief.

Marjolein Haagsman, docente en onderzoeker bij de Universiteit Utrecht, presenteerde het Educate-IT programma van deze instelling.  In 2013 was het Utrechts Onderwijsmodel 3.0 ontwikkeld met als speerpunten Flexibiliteit en keuzevrijheid,  Professionele activering van docenten en Persoonlijk en activerend onderwijs. In 2014 startte Educate-It, een programma om deze speerpunten te bereiken. Dit programma is bedoeld om studenten en docenten te ondersteunen bij onderwijsvernieuwing. Het bood ondersteuning op technisch en didactisch vlak en verrichte onderzoek naar onderwijsvernieuwing. Vooral docentprofessionalisering was een belangrijk onderdeel hiervan. Dit programma is in Nederland het bekendste voorbeeld van instellingsbrede strategische inzet en was erg succesvol, in ieder geval tijdens de looptijd van het programma waarin de middelen beschikbaar gesteld zijn

Jantine te Molder, instructional designer en onderwijskundig videoproducent bij Saxion Hogescholen, vertelde over de ontwikkeling die de ondersteuning van video en de inzet in het onderwijs de afgelopen jaren heeft doorgemaakt. In de periode van 2009 tot 2017 werd de ondersteuning voor video in het onderwijs steeds georganiseerd en gefinancierd vanuit projecten. Bij meerdere instellingen hebben we als community gezien dat projectgelden strategisch ingezet worden,  in een innovatiefase  voor het realiseren van onderwijsvernieuwing. Binnen Saxion werd door de jaren heen steeds meer blended, open en online onderwijs ontworpen, waarbij video een grote rol speelde en nu nog speelt. Deze inzet van meer video vraagt ook meer van de ondersteuning. In 2017 was het tijd om keuzes te maken. Het eerste besluit was om de focus te leggen op het maken van kwalitatief hoogwaardige kennisclips. Dit besluit liep min of meer parallel aan het tweede besluit:  het stoppen met aansturen van werkstudenten voor het opnemen van colleges. In drie grote collegezalen was vaste apparatuur geïnstalleerd voor college-opnames en in alle overige ruimtes kan de docent  met Kaltura CaptureSpace zelf het college opnemen. Met CaptureSpace kan de docent ook zelf kennisclips maken. Om de docent hier in (op afstand) te kunnen ondersteunen is onder andere een open zelfstudie Blackboard cursus gemaakt waarin de docent terecht kan voor informatie rondom didactiek en techniek. Daarnaast zijn er handleidingen gemaakt (QRC’s en video’s) voor het werken met de tool opzich. Het derde besluit kwam in april 2018: het vormen van een instellingsbrede video-unit waarin de tot dan toe  ‘aparte’ videoteams binnen Saxion samenwerken. Dit team heeft een redactie, een productieteam en een ‘flexibele schil’, een aantal zelfstandige videomakers die per opdracht ingehuurd worden.  Deze stap draagt bij aan de ontwikkeling van kwalitatief hoogwaardige kennisclips, borging van de ondersteuning en de doorontwikkeling van het onderwijs.

Werner Degger, consultant bij het Audiovisueel Centrum van de Universiteit van Amsterdam, gaf in zijn presentatie een overzicht van wat er nodig is om de inzet van video in het onderwijs te laten slagen. Het afgelopen jaar heeft zijn afdeling  bij een grote faculteit onderzocht welke belemmeringen docenten ervan weerhouden om met kennisclips aan de slag te gaan en wat er voor nodig is om deze belemmeringen op te heffen. De geïnterviewde docenten waren allemaal enthousiast over het fenomeen kennisclips. Wel is geld en tijd nodig voor ontwikkeling van de clips en is ondersteuning op maat gewenst. Interessant is dat de docenten wel bereid zijn om opgenomen kennisclips te delen. Ook geven zij aan dat koppeling van de clips met een vorm van formatieve toetsing belangrijk is om de kennis te laten beklijven. Verder is er soms drempelvrees waarbij docenten niet zelf in beeld willen of zijn zij bang om zelf overbodig te worden als hun onderwijs is opgenomen.  Werner gaf aan dat het onderwijsmanagement verantwoordelijk is voor faciliteren van docenten met tijd en geld. Vanuit de ondersteuners kunnen de docenten en de ICTO ondersteuners getraind worden. Een belangrijk deel van de ondersteuning is het begeleiden van docenten bij het maken van een keuze:  welk middel zet ik in voor welk doel?  Essentieel  voor het slagen van de inzet van video in onderwijs is het momentum. Er moet regie plaatsvinden en er moet aan getrokken worden.

Een interessante kwestie kwam tijdens de vragenronde aan de orde. Bij het vrijmaken van geld en middelen voor de inzet van bijvoorbeeld blended learning wordt vaak de vraag gesteld naar wat de effectiviteit is van deze onderwijsvormen. De vraag naar daadwerkelijke effectiviteit wordt nooit gesteld bij traditionele onderwijsvormen en toch worden daar naar hartenlust gebouwen vol collegezalen voor neergezet. De vraag: ‘Wie is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijsmateriaal?’ is net zo goed belangrijk voor het reguliere onderwijs, deze vraag is de afgelopen decennia te weinig gesteld maar wordt wel opeens belangrijk bij MOOCS of bij blended learning.

In werkgroepsessies gingen we zelf aan de slag met de volgende vragen:

  1. Wat zijn de knelpunten voor het inzetten van video in het onderwijs voor de komende vijf jaren?
  2. Welke acties zijn nodig om tot adequate oplossingen te komen?
  3. Hoe kunnen wij in de SIG hieraan bijdragen?

De resultaten van deze werkgroepsessies kan je teruglezen in een artikel dat binnenkort op deze website verschijnt.

Zac Woolfitt, Researcher into Digital Teaching bij Inholland, besloot het inhoudelijke gedeelte van het seminar met een schets van het Evidence Based perspectief rondom video in het onderwijs. Wanneer weten we dat we de goede dingen doen en de juiste keuzes maken? Het ontwikkelen van een lange termijn strategie is moeilijk in een snel veranderende omgeving. Voor bestuurders is wel van belang: What’s in it for me? Binnen de community zijn wij degenen die volop bezig zijn met video in het onderwijs. Wij moeten dus zelf heel goed nadenken over de strategische keuzes en goed kunnen uitleggen waarom we deze keuzes maken.